De wetenschap achter hechting en binding.
Hoe oxytocine, aanraking en inspelen op de behoeften van je baby de band tussen ouder en kind beïnvloeden.In eerdere blogs gaf ik uitleg over wat hechting is en welke verschillende hechtingsstijlen er zijn. En waarom een veilige hechting zo belangrijk is.
Ik heb je in het eerste blog een stukje meegenomen in de totstandkoming van de hechtingstheorie van John Bowlby en de vreemde situatietest van Mary Ainsworth.
In dit blog zal ik de wetenschap achter hechting en binding uitleggen, waarbij ik specifiek inga op de rol van oxytocine, het belang van aanraking en het inspelen en afstemmen op de behoeften van de baby.
De rol van oxytocine bij de totstandkoming van hechting en binding tussen ouder en baby.
Oxytocine, is een hormoon dat van nature in ons lichaam voorkomt en dat wordt geproduceerd in de hypothalamus en vrijgegeven in de bloedbaan via de hypofyse. Het staat bekend als het "knuffelhormoon" omdat het betrokken is bij het tot stand brengen van sociale bindingen en gevoelens van liefde, vertrouwen en verbondenheid tussen individuen. Het speelt een belangrijke rol bij het creëren van hechting en binding tussen een ouder en baby.
Tijdens de bevalling wordt er een grote hoeveelheid oxytocine vrijgegeven bij de moeder, waardoor de baarmoeder samentrekt en de melkproductie op gang komt. Het kan bijdragen aan het ontstaan van gevoelens van verbondenheid en liefde voor de baby.
Na de bevalling wordt er ook nog oxytocine geproduceerd, bijvoorbeeld tijdens het geven van borstvoeding, huid-op-huidcontact en knuffelen. Het veroorzaakt een gevoel van warmte en verbondenheid tussen de ouder en de baby en speelt daarmee een belangrijke rol bij het tot stand brengen en onderhouden van een veilige hechting tussen moeder en baby. Het helpt bij het bevorderen van gehechtheidsgedrag bij de ouders, zoals het aanbieden van troost, knuffelen, koesteren en reageren op de behoeften van de baby.
Onderzoek heeft aangetoond dat oxytocine ook kan helpen bij het verminderen van stress bij de baby (en moeder) en het versterken van het immuunsysteem van de baby. (Feldman, R. (2012). Oxytocin and social affiliation in humans. Hormones and Behavior, 61(3), 380-391.) Dit bevordert de kwaliteit van de interactie tussen moeder en kind.
Een studie gepubliceerd in het tijdschrift Psychological Science in 2007 heeft aangetoond dat het verhogen van de niveaus van oxytocine bij moeders leidt tot een betere hechting met hun baby's en een betere communicatie tussen hen. Ook zijn er onderzoeken gedaan die aantoonden dat het gebruik van oxytocine bij de behandeling van postpartum depressie kan helpen bij het verbeteren van de band tussen moeder en baby.
Oxytocine speelt dus een belangrijke rol bij het creëren van gevoelens van liefde en verbondenheid tussen moeder en baby en het bevorderen van gehechtheidsgedrag bij de moeder. Dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van een veilige hechting tussen moeder en kind.
Het belang van aanraking bij de totstandkoming van hechting en binding tussen ouder en baby.
Baby’s die veel worden aangeraakt en vastgehouden zijn beter in staat om stressvolle situaties aan te kunnen en hebben een betere ontwikkeling van hun hersenen. Baby’s die weinig aangeraakt worden daarentegen hebben meer kans op groeiachterstand en een vertraagde ontwikkeling.
In de jaren 1950 en 1960 vond er baanbrekend onderzoek plaats door o.a. Harry Harlow. Hij voerde een serie experimenten uit met apen om inzicht te krijgen in menselijke hechting en de rol van moederlijke zorg hierbij. Een van zijn bekendste experimenten staat bekend als het “draadmoeder en doekmoederexperiment”. Hierin werden pasgeboren resusapen gescheiden van hun biologische moeders en geplaatst in een kooi met twee kunstmatige moederfiguren. De ene moederfiguur was gemaakt van draag en bood voedsel aan. Terwijl de andere moederfiguur bedekt was met een zachte doek maar geen voedsel bood. De verrassende uitkomst was destijds dat de aapjes een sterke voorkeur bleken te hebben voor de zachte, met doek bedekte moederfiguur. Zelfs wanneer de draadmoeder voedsel bij zich had! De aapjes klampten zich vast aan de doekmoeder, zochten troost en veiligheid bij haar, en verkenden de omgeving meer zelfverzekerd wanneer de doekmoeder aanwezig was. Hiermee werd het belang van emotionele en fysieke warmte, comfort en veiligheid in de ontwikkeling van hechting aangetoond. De behoefte aan deze geborgenheid was misschien nog wel belangrijker dan alleen de behoefte aan voedsel. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan het besef van het belang van liefdevolle, verzorgende relaties in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Het benadrukt ook het negatieve effect van ernstig tekort aan emotionele steun, binding en hechting op de ontwikkeling van kinderen.
Het inspelen en afstemmen op de behoeften van een baby.
Aan de andere kant heeft onderzoek aangetoond dat het gebrek aan responsiviteit van ouders kan leiden tot een onveilige hechting tussen ouder en kind, wat kan leiden tot verschillende problemen op de lange termijn, zoals problemen in sociale relaties en emotionele ontwikkeling, (Sroufe e.a., 2005)
Een veilige hechting is van grote invloed op de ontwikkeling van een kind.
Zo zijn kinderen die veilig gehecht zijn beter in staat om hun emoties te reguleren en te beheersen, en kunnen ze beter omgaan met stressvolle situaties. En ook op sociaal vlak zien we dat kinderen die veilig gehecht zijn vaak betere vaardigheden ontwikkelen. Zoals bijvoorbeeld empathie en inlevingsvermogen. Veilig gehechte kinderen hebben vaak een hoger zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld dan kinderen die onveilig gehecht zijn. Er is ook bewijs dat een veilige hechting verband houdt met een betere cognitieve ontwikkeling zoals taalontwikkeling en probleemoplossende vaardigheden. En zoals ik eerder al noemde hebben kinderen met een veilige hechting op de lange termijn ook een betere gezondheid en gevoel van welzijn. Zoals een lager risico p angst, depressie en andere psychische aandoeningen. (Shonkoff, e.a. 2012)